Voorbeelden van cursussen

ART NOUVEAU & ART DECO (8-delige cursus)

Victor Horta, Tasselhuis (interieur), 1893, Brussel / Demetre Chiparus, Danseressen, ca. 1930, brons en ivoor, Privécollectie. Wikimedia.

In deze cursus staan twee kunststijlen centraal: Art Nouveau (ca. 1890-1914) en Art Deco (1919-1939). De Art Nouveau ontstond eind 19e-eeuw vanuit een roep om vernieuwing, als reactie op de conservatieve, academische smaak. Zowel in de architectuur als in de toegepaste kunsten zochten kunstenaars naar een compleet nieuwe manier van vormgeving: soms krullerig en weelderig, soms juist strak en geometrisch. Die geometrische vormgeving zou na de Eerste Wereldoorlog leidend worden in de Art Deco. Deze moderne stijl uit de jaren ’20 en ’30 heeft bijzondere toegepaste kunst en indrukwekkende architectuur opgeleverd. Natuurlijk komt ook het verschil tussen Art Nouveau en Art Deco aan bod.

MODERNE KUNST 1920-1980 (8-delige cursus)

Edward Hopper, Nighthawks, 1940, olieverf op doek, 81 x 151 cm,
Art Institute of Chicago. Wikimedia

In deze cursus staat de ontwikkeling van de beeldende kunst tussen ongeveer 1920 en 1980 centraal. In de zestig jaar die we in deze cursus behandelen, heeft de kunst heel uiteenlopende vormen aangenomen: van figuratief tot volledig abstract. Ook gebruikten kunstenaars een veelvoud aan materialen om hun kunst te maken. Hoewel de kunstwerken uit deze periode sterk verschillen, is er veel te vertellen over de achtergrond van de kunstontwikkeling. Wat maakt een abstract schilderij tot kunst? En wat is eigenlijk de taak van kunst?